3. jun, 2018

De week van 29 januari

 

Maandagmorgen heb ik A&A naar school gebracht, de andere overkanters waren allemaal ziek. Ik had nog een rest weekendkranten om me te vermaken en brood met ham en boerenmetworst om op krachten te komen. Om twee uur heb ik A&A weer opgehaald, ik was nu even mantelzorger. Toen ik met Amara boodschappen ging doen, regende het. We namen paraplu’s mee, maar daar stond de wind aan te rukken. Nog even wat extra kracht, toen klapten de plu’s om, helemaal naar de knoppen. Ik heb ze zo goed en zo kwaad als het ging ingeklapt, maar toen we in AH ons rondje gingen maken merkte iemand dat ik hevig bloedde; ik wist niet waar de bron zat. De hele zaak in rep en roer, stuk papier om mijn bebloede handen af te vegen, maar ik moest maar even mijn handen gaan wassen en dan naar de klantenservice voor een pleister. Ik had een snee ontdekt in mijn linkerduim, daar werd een mooie blauwe pleister op geplakt. Thuis op het Honk zag ik ook een sneetje in mijn rechterduim, daar heeft Shahbanou een pleister op geplakt. (Geen mooie gekleurde, een gewone ‘huidkleurige’.) Nou, toen ik in AH gepleisterd was zijn we de boodschappen gaan verzamelen; bananen en mandarijnen hadden we al gepakt, nou nog vier broden, kippenbouillonblokken en een zak chips voor Harm. Voor mezelf een pak suiker. Thuis heb ik een lekker maaltje in elkaar geflanst, aardappels met venkel en gerookte forel. Slagroomvla toe. Tussen slaperigheden door heb ik Elsevier en de kranten gelezen.
Dinsdag was Isa weer beter genoeg om naar school te gaan, ik heb dus A&A&I gebracht en ben daarna meteen wat boodschappen gaan doen (voor mezelf), prei, snijbonen, drumsticks, zalmfilet, mokkapaddo’s, kuipje BB, kaaskoekjes en kaasbolletjes. Om twee uur heb ik de meisjes weer van school gehaald. Abigail zou haar advies te horen krijgen, samen met Shahbanou (ziek) en Harm (ziek) is ze even na drieën naar school gegaan. Abigail hoopte op havo-advies, dat kreeg ze ook, dolblij dus. Thuis heb ik tussen de kranten door kippen-groentesoep gegeten, weekend of niet (niet dus). Hoera, dinsdag, cijferkruiswoord in Het Parool. Ik heb ook nog zitten puzzelen in PuzzelBrein. En ik had weer een spannend boek (gewonnen): Ik weet een geheim van Tess Gerritsen.
Woensdagmorgen heeft Harm de kinderen naar school gebracht (alle vier, Jiro heeft zijn peuterdagen op woensdag en vrijdag), maar Shahbanou en Harm voelden zich nog zó beroerd dat ze mijn hulp weer hebben ingeroepen toen de kinderen moesten worden opgehaald. Jiro is om half twee uit, ik heb met hem in de ouderkamer gespeeld met de ballon die hij had gekregen in het kader van de voorleesdagen. Zijn juf heeft wel even bij Shahbanou geïnformeerd of ik hem niet toevallig kwam ontvoeren of zo, uiteindelijk zijn ze op school verantwoordelijk. Om twee uur hebben we de anderen verzameld, eerst Isa; toen zijn we buiten gaan kijken of we A&A zagen, even onder een afdakje, want het regende. Toen we naar huis liepen was het (praktisch) droog. Deze keer ben ik met Abigail naar AH gegaan, Shahbanou had haast geen (gemakkelijk) eten meer in huis. Ik wel, thuis heb ik een stoofpotje gemaakt van aardappels, snijbonen en drumsticks. Ik had al trek, toen ik de kranten naar boven had gehaald ben ik meteen gaan eten. Niks geen krant vooraf met aperitiefje. Na het eten ga ik altijd (weer) aan de koffie. ’s Avonds heb ik wat gesleuteld aan mijn artikeltje over nattigheid in het Grieks, voor Marga in Skopje, ter gelegenheid van haar pensionering.
Donderdag ziek ziek ziek aan de overkant, ik heb de meisjes weer naar school gebracht. Ging nog net, ik had de wekker niet gehoord (de batterij bleek te zwak, dus een nieuwe erin). Ik had zo’n 5 à 10 minuten om me aan te kleden en naar de overkant te snellen. Shahbanou dacht al dat ik niet meer kwam, maar toen ik er was moest ik evengoed nog een minuut of vijf wachten tot de kinderen waren ingepakt en vertrekklaar. Afijn, we waren op tijd op school, dus het kwam toch nog goed. Om twee uur heb ik ze weer opgehaald. Shahbanou en Harm gingen maar eens naar de dokter, ze waren er op het drukke spreekuur nog tussen gepropt. Jiro ging met hen mee, de meisjes zijn met mij naar Uzzi gegaan en verder naar Blokker en Action (cadeautjes van A&A voor Michaels vriendin, die zaterdag jarig is). Bij AH een pak wraps, een zak appels en nog wat kleinigheden. Abigail heeft de wraps klaargemaakt, met iets Boursin-achtigs, gerookte zalm, pijnboompitten en rucola. Shahbanou bleek ontstoken bijholtes te hebben (geen verrassing), een kuurtje van zeven dagen moet haar er weer bovenop helpen. Tegen haar griep is geen kruid gewassen, gewoon uitzieken. Ze is momenteel nog geen half mens. Harm was volgens de dokter aan de beterende hand.
Vrijdagmorgen heb ik Amara, Isa en Jiro naar school gebracht; Abigail was al eerder vertrokken, haar klas ging schaatsen in het Olympisch Stadion. Na een paar geroosterde boterhammen heb ik Tess Gerritsen weer gepakt. Om half twee heb ik Jiro opgehaald en samen hebben we op de zusjes gewacht. Via het Honk ben ik naar AH gegaan (brood, beleg, melk, koffiemelk, twee haringen met uitjes) en naar de Galliërs (Schotse en Caraïbische hoestdrank). De haringen gleden vlot naar binnen als tussendoortje. Nog wat Tess, toen de kranten. Menu van de dag: stoofpotje van aardappels met snijbonen en een drumstick, slagroomvla toe. Ik kon weinig meer prikken of snijden, hoog tijd voor de afwas. Alle messen en vorken, ander bestek, zes diepe borden en nog wat los spul. 
Zaterdag was ik nogal hangerig, slaperig, snotterig. Het ene zakdoekje na het andere belandde via mijn neus in de prullenmand, gevuld en wel. Evengoed gingen de boterhammetjes met boerenmetworst, Zeeuws spek en kaas er probleemloos in. Op wakkere momenten heb ik de weekendkranten gelezen (en de puzzels opgelost).
Zondag was het niet veel beter met me gesteld. Mijn hoofd verstopt, ik kon het bijna niet meer terugvinden. Ik heb de tijd gedood met Elsevier, brood (beleg als gisteren), dommelen. (Sluimeren is ook een mooi woord.) Ik heb een stoofpotje gemaakt van aardappels, prei en drumsticks, genoeg voor een paar dagen. Na Elsevier heb ik Vrij Nederland gelezen. Het is dan wel een maandblad, maar zo lang doe ik er niet over. 

De week van 5 februari

Maandag weer eens een tosti Federico. Ik heb Wil gebeld voor haar 80e verjaardag, we hebben een tijdje gezellig bijgepraat. Ik voelde me nogal hangerig, met overduidelijke symptomen van een fikse verkoudheid. Om kwart over drie heb ik Amara opgehaald van hockey, en aan de overkant op de bank gehangen tot ik de moed had over te steken. Kranten uit de bus; weinig eetlust, een paar knakworstjes, kaaskoekjes, Cup-a-Soup, verspreid over de avond, dat was het. In de la gevist en in het VN- nummer Keerpunten. De wereld in 2018 gelezen.
Dinsdag verder met Keerpunten. Een uitsmijter kaas-ontbijtspek ging er wel in. Al te laat eigenlijk, maar ik heb toch nog een beetje aan hugrós gewerkt. Tussen Parool en NRC door heb ik het menu van de dag genoten, aardappels met prei en kip. Het cijferkruiswoord van Het Parool heb ik bewaard tot ’s avonds laat. 
Woensdag heerlijk brood met kabeljauwlever. Kom, dacht ik, tijd voor een dagelijkse was. Om half drie naar AH (aardappels, groente, eieren, vanilleyoghurt, slagroom, kaaskoekjes) en Galli (wodka, in de aanbieding). Ik had ook nog een afwasje om me te vermaken. Om kwart voor zes ben ik naar de overkant gegaan, Abigail ging met Shahbanou en Harm bij IJburg College 1 kijken. Voordat ze vertrokken hebben we spaghetti gegeten. ’s Avonds thuis kranten en Kunstkring.
Donderdag. Shahbanou had weer EHBO-cursus op school, ik heb op Jiro gepast. Hij sliep, of deed alsof: toen ik om een uur of elf voorzichtig ging kijken was hij klaarwakker. “Opa!” “Je wist niet dat ik er was hè?” “Wist ik wél.” Maar hij had me niet geroepen. Tussen de middag heb ik thuis een stoofkliekje (aardappels met prei en kip) op brood gedaan, de boterham absorbeerde de jus, precies wat mijn bedoeling was. Lekker, een warme lunch. Om twee uur heb ik de meisjes van school gehaald. Abigail ging met Shahbanou naar Havo de Hof, ze moesten om een uur of vier al weg. Amara, Isa, Jiro en ik zijn (na een ‘tot straks!) naar Uzzi gegaan. Uzzi had al verscheidene keren gezegd dat Jiro eens langs moest komen, nou ja, langs.., nee, binnen. Langskomen doet hij geregeld met zijn mama, maar dan blijft het bij zwaaien. Nu was Jiro de gast, hij werd getrakteerd door Uzzi. Patatje zonder, blikje Chocomel, Jiro had het prima naar zijn zin. Ik denk dat hij nog wel vaker mee wil als we ’s donderdags de hort op gaan. Amara is gauw even naar Intertoys gelopen om een kleurplaat in te leveren. Er is een pakket LOL-ballen uitgeloofd. Na Uzzi zijn we naar Van Haren gegaan, ik wilde een cadeaubon voor Somni scoren. Toen dat was gelukt zijn we huiswaarts gegaan. We hadden net de wandelwagen in de box gezet en stonden op het punt de benedendeur te openen, toen ik Harm aan zag komen lopen. Tegelijk thuis dus, Harm van het werk en wij van ons donderdaguitje. Abigail en Shahbanou zouden in Oost wat gaan eten, Harm heeft voor ons voor (nog een keer) spaghetti gezorgd. De Hof bleek een leuke school te zijn, bij Abigail begint zich nu een duidelijke top-5 af te tekenen. 
Vrijdagmorgen Elsevier en een tosti Federico. Halverwege de middag ontwaarde ik lichte sneeuwval (rapportcijfer: 1, voor de moeite). Ik houd van eenpansmaaltijden. Alles bij elkaar, beetje water, klont boter: stoofpotje, vandaag aardappels, uien en black eyed bonen met Veluwse rookworst. Zo, klaar, maar eerst de kranten. Menu van de dag: bovenvermeld stoofpotje, vanilleyoghurt toe.
Zaterdag ben ik met de trein van 13:00 uur naar Apeldoorn gegaan, om Frieda’s verjaardag te vieren. Op het CS heb ik een ham-kaascroissant en een beker koffie genomen; de saucijzenbroodjes lagen in de oven, dat kon nog wel even duren, ze zagen er nog bleekjes uit. Reggy haalde me in Apeldoorn van het station. De kleine meid (Belinda) en de kleine kleine meid (Pascale) met haar vriend Stef waren al bij Frieda (en Huib en Amy). Koffie, gebak, koude en warme versnaperingen, gezellige kout, borreltje (‘doe mij maar iets kleins’—in verband met het blaasorkest). Toen Reggy huiswaarts ging heeft hij me bij het station afgezet. Ik had geen doorgaande trein, maar zoals ik gehoopt had stond in Amersfoort de aansluiting al klaar, dus geen gekleum op een tochtig perron. Thuis heb ik nog wat in de weekendkranten zitten lezen.
Zondagmorgen Cryptotaal en een tosti Paturain-katenspek. ’s Middags werd het verjaardagsfeest van Somni gevierd, in het Breedhuis. Koffie, taart (licht uit voor de kaarsjes), warme hapjes, soep, een complete maaltijd eigenlijk. Neil was er ook. Verder de oma’s (Rox en Barbara), de Webertjes, de overkanters, familie van Oscar (en Michael), kennissen uit de buurt. Zeker zo’n man (m/v) of dertig. 

De week van 12 februari

Maandagmorgen de hersenen een opfrisbeurt gegeven met Cryptotaal en mijn fysiek gesterkt met brood met katenspek. Om kwart over drie Amara van hockey gehaald, daarna een paar boodschappen gedaan bij AH (beleg, melk, pads, bier). De kranten waren vroeg (even na vijven al, toen ik terugkwam van boodschappen). Een stoofpotje van aardappels, uien en black eyed bonen met rookworst als dagmenu liet ik me goed smaken; vanilleyoghurt met advocaat en slagroom toe was ook niet te versmaden. Ik had al eens het voorwoord gelezen, nu heb ik me serieus verdiept in De geschiedenis van de lelijkheid (onder redactie) van Umberto Eco.
Dinsdag verder met Eco. Lekker geluncht: een uitsmijter kaas-ontbijtspek. Als ik zit te lezen heb je geen kind aan me. Toen kwamen aan het eind van de middag ook de kranten er nog bij. Menu van de dag: laatste portie stoofpotje van gisteren. ’s Avonds heb ik met Reggy nog wat gechat op de Kunstkring.
Woensdag onverdroten verder met Eco, maar ik had nog andere dingen in gedachten: een bruisend voetbad en stofzuigen. Om 16:00 (zoals het hoort) een beker Cup-a-Soup. De kranten heb ik weer eens om het eten heen geflanst. Eerst Het Parool, toen aardappels met venkel en rookworst en vanilleyoghurt toe, tot slot de NRC. 
Donderdag. Meisjes van school. Er was al met al weinig animo om naar het winkelcentrum te gaan. Abigail had nog een schoolbezoek voor de boeg en moest voor die tijd, meteen uit school, haar beugel in om aan de voorgeschreven uren te komen. Ik heb in mijn eentje boodschappen gedaan, voor mezelf e.e.a. en voor Shahbanou platte peterselie (ik wist niet eens dat die bestond) en een tijgerbrood. De platte peterselie was voor de Javaanse bami die op het menu stond. Harm ging met Abigail naar het Bernhard Nieuwentijtcollege in Monnickendam, zij konden pas eten toen ze weer terug waren. Met Harm heb ik een paar glaasjes heerlijke volrijpe armagnac gedronken.
Vrijdagmorgen ben ik verder gegaan met het restant kranten waar ik ’s nachts geen puf meer voor had. Daarna nog meer Eco. Om het middaguur een oude liefhebberij van mij: geroosterd brood. Aan het eind van de middag heb ik oud papier weggebracht en de kranten uit de bus gehaald. Ik had nog een portie aardappels met venkel en rookworst over, dat zat dus wel snor; vanilleyoghurt met slagroom toe, ook snor. Elsevier, ook snor. 
Zaterdag. Behalve het wekelijkse cryptogram bevatte Elsevier deze keer ook weer eens een cuijferkruiswoord; dat had ik bewaard voor deze ochtend. Daarna de afwas, en als beloning een boterham met een blikje sardines in olijfolie. Bij AH heb ik een ovenschaaltje klein formaat gehaald (voor in mijn kleine oventje; volle spaarkaart + €2,99), verder bananen, een fles Zuid-Afrikaanse huiswijn, een doosje Roka dunne kaaskoekjes en gezouten amandelen met rooksmaak. Op de terugweg de kranten mee naar boven. De soep uit zak (pastinaak met cantharel) viel me wat tegen. Bij het boodschappen doen had ik de straatkrant Z! gekocht, die heb ik ’s avonds gelezen. Interessante artikelen en puzzels. Op de Kunstkring ging het over soep. Laat op de avond nog wat Eco en Onze Taal.
Zondag. Onze Taal, Eco’s lelijkheid, een tosti Federico. Ik had de machine al gevuld, nu nog aanzetten: een dagelijkse was. ’s Middags had ik Eco uit. Menu van de dag: bami uit eigen keuken, vanilleyoghurt met advocaat en slagroom toe. Van het een komt het ander, door Eco ben ik Lolita gaan herlezen.

De week van 19 februari

Maandagmorgen bij de koffie weer Lolita. Shahbanaou belde: Abigail voelde zich niet lekker en ging naar huis; ik heb haar daar gezelschap gehouden. Shahbanou was geselecteerd voor een vraaggesprek op school en was daar net naartoe toen Abigail naar huis ging. Om kwart over drie heb ik Amara van hockey gehaald, zoals te doen gebruikelijk. Thuis heb ik Het Parool gelezen, een restje pastinaaksoep en verder bami gegeten, de NRC gelezen en daarna weer een stuk Lolita.
Dinsdag nog meer avonturen van Lolita. Voor de brunch geroosterd brood en een banaan toe. Ik moest weer eens naar AH, voor brood en beleg; nou ja, ik was er nu toch, ook maar pittige snert in zak, bouillonblokken, servetten, aanstekers, slagroomvla en een paar flesjes Grand Prestige van mijn favoriete hertog. Shahbanou was tegelijk met mij ook bij AH met de kinderen boodschappen aan het doen, zij waren eerder klaar, maar ik zag ze nog wel bij een kassa afrekenen en inpakken toen ik bij een andere kassa in de rij op mijn beurt stond te wachten. Ook even naar de Galliërs, het was tenslotte koud. De kranten waren er om half zes nog niet, dus daarvoor moest ik nog een keer apart naar beneden. Ik heb toen meteen maar oud papier in de container gegooid. Weer een keer bami; slagroomvla toe.
Woensdag. Lolita. Er was geen maisbrood gisteren, toen heb ik een Zaans wit genomen. Brunch: Zaans wit dus, met Brabantse metworst (wat vind ik die lekker!), kaas en coppa di Parma. Tegen drieën ben ik naar de overkant gegaan, Shahbanou was een poosje weg en Harm zat thuis te studeren voor weer een online cursus. Ik ben met de kinderen naar Uzzi gegaan en naar Jamin (Amara verwittigde me: paaseitjes!). Toen Shahbanou thuis was hebben we rendang gegeten, lekker, krijg ik niet vaak. Het was laat toen ik huiswaarts ging, we hebben io het Honk samen voetbal gekeken. Ik heb nog wel de kranten gelezen voor ik naar bed ging.
Donderdag voor de brunch brood met pancetta en coppa di Parma. Ik heb in de kleine afwasbak afgewassen, de (te grote) pannen heb ik lekker laten staan. Nog even doorzetten, toen had ik Lolita uit. Geen overkant vandaag, wegens de vakantie. Na de kranten heb ik bami gegeten en slagroomvla toe. Ik zag gisteravond dat Wim had gebeld, maar als ik laat thuis ben durf ik niet meer terug te bellen, ze moeten ’s morgens vroeg op. Daarom heb ik vandaag gebeld. ’s Avonds heb ik de tijd verder gedood met Elsevier en een chat op de Kunstkring met Reggy, over whisky, wodka en geldverkeer.
Vrijdag verder met Elsevier. Voor de brunch een tosti Federico met hot sauce (in plaats van boter). Toen ik Elsevier uit had ben ik overgestapt op Vrij Nederland. Ondertussen kon ik mooi een beddengoedwas draaien. Menu van de dag: stoofpotje van aardappels, bruine bonen en rookworst, slagroomvla toe—omgeven door de kranten.
Zaterdag vond ik dat baard en snor hoognodig aan een trimbeurt moesten worden onderworpen, eerst dat en dan pas lunchen. Brood met pancetta, prosciutto crudo en kaas. Shahbanou was jarig, ik ging er om een uur of drie heen. Rox was er ook net. Shahbanou had na een aantal slopende weken, kinderen ziek, zelf ziek, geen feest gepland, maar haar ouders mochten natuurlijk best komen. Koffie, met gebak dat als verrassing was bezorgd (cadeautje van Margit). Om een uur of zes ben ik, een beetje tegen heug en meug, maar toch, even boodschappen gaan doen bij AH (groente, drumsticks, Brabantse metworst, rookkaas, melk, pakje BB). Thuis heb ik de krant gelezen en een kliekje op een boterham gedaan, daar had ik genoeg aan.
Zondag. Ik was al een paar dagen bezig met Het ware land van Abraham van Kamal Salibi. Dat boek heb ik van Peter geleend, hij had het al lang in de kast staan, maar had het zelf nog niet gelezen. Salibi baseert zich voor zijn these dat het Oude Testament zich afspeelt in West-Arabië op plaatsnamen in het Oude Testament. Tussendoor wat gegeten natuurlijk, voor de brunch brood met pancetta en prosciutto crudo, ’s avonds kippen-groentesoep. Toen heb ik Abraham uitgelezen en daarna Vrij Nederland. 

De week van 26 februari

Door Salibi’s West-Arabische Abraham ben ik weer eens gaan snuffelen in de Grammatica van het Bijbels Hebreeuws. Een kleine opfriscursus, zou je kunnen zeggen, van één dag. Tussen de middag lekker brood met prosciutto crudo, rookkaas en jong belegen Zaandammer. Verder was ik dus zoet met Hebreeuws, tot het einde van de middag. Het restant weekendsoep paste niet helemaal in een emmertje (om in het vriesvak te bewaren), vandaag dus soep vooraf. Met een zak vuilnis ben ik naar beneden gegaan omstreeks krantentijd. Na de kranten bami, een pan vol is genoeg voor een dag of vijf, zes. Na de kranten lokte PuzzelBrein.
Dinsdag verder puzzelen in PuzzelBrein. Ik had zin in brood met haring in tomatensaus. Nou, dat heb ik geweten. Wat een gehannes met dat blik, ondanks mijn nieuwe blikopener moest er een mes aan te pas komen om het blik open te wrikken. (Snee in mijn duim.) De afwas was minder problematisch. Nu ik geregeld oud papier wegbreng wanneer ik de kranten ga halen, voelt het iedere dag weer een stuk opgeruimder aan. Voordat ik nieuwe gerechten uit mijn duim ging zuigen heb ik de bami opgemaakt; slagroomvla toe. Dinsdag is het Paroolse cijferkruiswoorddag. Ik ben ook nog wat gaan puzzelen in PuzzelBrein. Op de Kunstkring hebben we het over oventjes, koud weer en warm eten gehad.
Woensdag ben ik De oplichters van John Grisham gaan lezen (gewonnen prijs: boek naar keuze). Tijd voor geroosterd brood, daarna een bezoekje aan AH (brood, toiletpapier, keukenpapier, mokkapaddo’s, port, rode wijn, doosje Roka krokante kaaskoekjes, en Otrivin bij de kassa). Menu van de dag: drumstick met champignons en uien, bord vol, hoefde niks meer bij. Op de Kunstkring ging het over de Siberische koude en al dan niet verdwaalde vogels.
Donderdag verder genieten van De oplichters van de grootmeester van juridische thrillers. Ik had gisteren een volkorenbrood genomen, daar lustte ik wel drie boterhammen van. Prosciutto crudo, Brabantse metworst, rookkaas. Met weer een tas oud papier voor de container ben ik naar benden gegaan om de kranten uit de bus te halen. Menu van de dag: drumstick met aardappels en prei. Op de Kunstkring spraken wij over gemakkelijke stoelen en het nog steeds Siberische weer. Toen ik Grisham uit had ben ik vast aan de Elsevier van deze week begonnen.
Vrijdag. Elsevier. Geroosterd brood met groene kaas (twee stuks) en Marmite (eentje). Ondanks de kou toch maar weer even naar AH (aardappels, beleg, blikjes vis, suiker, koffiemelk, melk, kaaspuntjes, chips met zeezout). Na de kranten het menu van de dag: het restant van gisteren. Voor het weekend heb ik vast een emmertje soep uit het vriesvak gehaald, ontdooien kost uren. Ik had al een poosje niet meer in de Atlas van de Nederlandse taal (hierna kortheidshalve maar Atlas) gelezen; nu ik Grishamen en ook Elsevier uit had, ben ik me weer gaan verdiepen in wetenswaardigheden over onze taal. We hebben ook nog wat gechat op de Kunstkring.
Zaterdagmorgen nog meer geneusd in de Atlas. Nou maar eens een normale uitsmijter, ham-kaas. Natuurlijk was ik weer een hele tijd zoet met de kranten. De soep was onderhand wel ontdooid. In het weekend mag ik haar weekendsoep noemen. Sympathiek hè?
Zondagmorgen verder met de Atlas. Voor de lunch volkorenbrood met Brabantse metworst, ham en hausmacher. Het restant weekendsoep heb ik verzwaard met een blikje kikkererwten. ’s Avonds had ik de Atlas uit. Nou, dan maar de afwas (scheelt maar twee letters). Nog wat later weer uitwisseling van interessante nieuwtjes op de Kunstkring. Vreemd genoeg had ik Max Havelaar nog nooit gelezen, terwijl ik het boek al een eeuwigheid in het zicht in een boekenkast heb staan. Nou dan maar, beter laat dan nooit. Hier en daar is het heel humoristisch.